ALGEMEEN
De aardappel (Solanum) werd voor het eerst ontdekt in de Andes, het grensgebied tussen Peru en Bolivia. In 1562 brachten Spaanse ontdekkingsreizigers de patata-knollen naar Europa. In 1593 werden deze naar De Hortus in Leiden gehaald vanwege de mooie bloeiwijze en vermeende geneeskracht en pas vanaf de achttiende eeuw na veredeling als aardappel gegeten.
Nederland is vanwege het aantal telers en eters een aardappelland bij uitstek. Nederland telt meer dan negenduizend aardappeltelers en is daarmee één van de de belangrijkste aardappelproducerende landen ter wereld. Door onze eeuwenlange traditie van verbouwen en ontwikkelen van aardappelen, het gematigde zeeklimaat, de kwaliteit van de teeltgronden, het hoge kennispeil en door de specialisatie van onze aardappeltelers is de Nederlandse aardappel wereldberoemd geworden. Deze eigenschappen dragen ook bij aan hoge gemiddelde teeltopbrengsten. Uniek in Nederland is ook de nauwe samenwerking tussen telers, wetenschappelijk onderzoekers, handelaren, levensmiddelendistributeurs, consumenten-organisaties en milieugroeperingen. Een samenwerking die bestaat uit het delen van informatie, verlenen van bijstand etc.
Inmiddels bestaan er in Nederland bijna 100 soorten consumptieaardappelen, allemaal verschillend in kooktype, grootte, vorm, schil‑ en vleeskleur, smaak, schilgemak, drogestofgehalte en oogstmoment. Nederland staat circa tiende op de wereldranglijst ‘aardappelconsumptie’ met 94 kilo per jaar. 50 jaar geleden was dat nog ca 125 kg, maar door de toegenomen welvaart en de komst van ‘exotische’ gerechten heeft de aardappel een deel van zijn populariteit verloren. Door de opkomst van de snackcultuur en het gemaksvoedsel (gekoelde aardappelpartjes, salades e.d.) is de vraag inmiddels gestabiliseerd. Wereldwijd zal de vraag alleen maar nog maar stijgen. Volgens schattingen van de VN zullen er in 2050 negen miljard mensen op onze aarde wonen.
KLIMAAT
Het gematigde zeeklimaat is ideaal voor de aardappelteelt maar zorgt uiteraard ook voor een aantal ‘bijwerkingen’. Droogte is vaak niet zo’n groot probleem omdat dit meestal wordt gecompenseerd door een betere prijs. Hevige regenval kan echter zorgen voor verrotting en een hittegolf voor doorwas, waarbij de aardappel te snel groeit en er knollen buiten de hoofdknol worden gevormd. Te warm en nat tegelijk veroorzaakt de bacterieziekte Erwinia waardoor natrot en stengelrot ontstaat en door extreme hitte sterft de aardappelplant af door hoge verdamping en verbranding. Bij aanhoudend nat weer is spuiten tegen Phytophthora, een bekende en gevreesde schimmel, niet mogelijk vanwege de kans op verspreiding van ziekten. Door vorst in april en mei bevriezen de aardappels en komen niet op. Tijdens een te warme winter wordt de bewaring van aardappelen een probleem omdat de buitenlucht de aardappelen niet kan koelen, waardoor verlies van vocht en uitlopers en rot wordt veroorzaakt. De Meerhof beschikt over een jarenlange kennis en ervaring om deze bijwerkingen te kanaliseren en daardoor elk jaar opnieuw te zorgen voor een mooie opbrengst.
BODEM
De vruchtbare kleibodem in Flevoland is in basis zeer geschikt voor aardappelteelt. Een goede kennis van de bodemstructuur is noodzakelijk en soms moeten er preventieve maatregelen worden genomen voor een goede opbrengst van de consumptieaardappelen. Hevige regenval bijvoorbeeld zorgt voor verdichting en verslemping (dichtslaan) van de grond, waardoor de bodem minder water kan opnemen en er ook minder watertransport naar diepere lagen plaatsvindt. De aardappelen worden daarom in brede ruggen geteeld. Het poten en rooien wordt alleen gedaan als de bodemomstandigheden (droog en warm) voldoende zijn en een optimale groei wordt alleen bereikt door een goede waterhuishouding. Druppelirrigatie is daarvoor een oplossing waarbij het goed beheerde regionale watersysteem zorgt voor voldoende kwantiteit en kwaliteit. Er is dan wel kans op het ontstaan van ziektes. Gebruik van leidingwater is echter (te) duur.
Het bepalen van de juiste plantafstand, zorgen voor optimale groeiomstandigheden en een uitgekiende bemesting zorgen ook voor opwarming van de bodem en daarmee een goede doorwas. Door een initiatief van de Nederlandse aardappeltelers, handelaren en fabrikanten samen is er sprake van een afnemend gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen.
DE TEELT
Een goede teelt begint met gezond en gecertificeerd pootgoed en daarmee de zekerheid dat deze gecontroleerd is op virussen en bacteriën. Bij aflevering wordt de partij opnieuw gecontroleerd. Er zijn veel soorten bacteriën die er voor kunnen zorgen dat de de aardappeloogst in klasse wordt verlaagd of afgekeurd. Berucht is bijvoorbeeld de bruinrot bacterie in het oppervlaktewater.
De teelt omvat een aantal fases: het vormen van de kiemen vanuit de drogestof reserve van de moederknol, de vorming van wortels en stengels, de loofgroei en de knolgroei periode. Het klimaat en de grondsoort bepalen de wijze waarop aardappelen worden geteeld, maar er wordt ook steeds vaker gestreefd naar geïntegreerde teelt waarbij kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen zo min mogelijk worden gebruikt. Het milieu wordt daardoor minder belast.
De smaak van de aardappel wordt mede bepaald door de grond. De consument ziet de aardappel het liefst met wit of geel ‘vlees’, een gladde schil, ovaal of rondovaal van vorm en zonder diepe ogen. De aardappelen van De Meerhof voldoen volledig aan deze wensen.
De Meerhof is als teler gecertificeerd door de Stichting Milieukeur en het Kwaliteitsproject Akkerbouw (KPA) vanwege haar kwalitatief hoogwaardige en duurzame productiewijze en bereidt zich ook voor op richtlijnen van de Eurep/Gap…, het streven naar volledig biologische teelt. Volledig biologisch geteelde ardappelen zijn herkenbaar aan het EKO‑keurmerk. Skal, een door de Nederlandse overheid aangewezen controle-organisatie, controleert de naleving op de wettelijke productie, verwerking en handel van de biologische teelt van deze aardappelen.
POTEN
De Meerhof poot haar consumptieaardappelen machinaal in de maanden maart/april, wanneer de grondtemperatuur minimaal 8 tot 10 graden is. De pootaardappels zijn speciaal daarvoor vorig jaar geteeld. Eerst wordt de bovenlaag van circa 5 cm losgemaakt en verwerkt tot kleine ruggen. De aardappelen worden vervolgens op een afstand van 15 tot 30 cm gepoot, afhankelijk van de grootte van het pootgoed en de gewenste grootte van de nieuwe aardappel. Klein pootgoed wordt dichter op elkaar gezet dan grote pootaardappelen omdat aan een kleine pootaardappel minder stengels komen dan een grote aardappel. Dat zegt niets over de grootte van de aardappel, deze wordt met name bepaald door de ruimte in de rug en de hoeveelheid voeding.
Al na enkele weken beginnen de aardappels in de rug te groeien en wordt er door middel van een muggenfrees een grotere rug gemaakt. Tijdens de groei wordt de plant steeds groter en beginnen de planten beginnen elkaar te raken, waardoor schimmelvorming moet worden voorkomen. Na circa 6 weken worden de eerste nieuwe aardappels gevormd en verteert de oorspronkelijke pootaardappel langzaam in de grond.
ZIEKTES | SCHIMMELS
Aardappelplanten zijn gevoelig voor schimmels, vooral door het weer.
• De meest bekende en gevreesde schimmel is al eeuwenlang de phytopthora, beter bekend als de aardappelziekte. In 1845 werd heel Europa overvallen door deze ziekte waardoor er in die tijd een grote hongersnood is ontstaan. Ondanks de teelt van meer resistente rassen, innovatieve bestrijdingsmiddelen en wisselbouw, bestaat deze aardappelziekte nog steeds. Zodra de schimmel zich laat zien door de bruine verkleuring van de bladeren, worden de aangetaste planten weggebrand. Bij aantasting van meer dan 5% van de totale teelt is telen zelfs strafbaar. De schimmel tast het blad aan en trekt via de stengel naar de knol. Vervolgens gaat deze hierdoor rotten. Omdat de schimmel zich tot 30 km door de lucht kan verspreiden wordt er wekelijks een beschermend laagje op de bladeren van de aardappelplant gespoten. Voor een moderne en milieubewuste aardappelteelt is 24-uurs weersinformatie daarom van groot belang. De Meerhof bepaalt op basis van deze gegevens en haar vakkennis en ervaring of er preventieve gewasbeschermingsmiddelen moeten worden ingezet tegen deze schimmel.
• Aardappelmoeheid, welke wordt veroorzaakt door rondwormen, komt vrijwel niet meer voor.
• Een andere bekende en nauwelijks beheersbaar ziekte Erwinia, zorgt voor natrot en stengelrot. De kans dat deze ontstaat is altijd aanwezig en besmetting kan niet worden voorkomen. Wel kan verspreiding worden beperkt door een goede controle van het pootgoed, het kiezen van het juiste perceel (goede drainage en afwatering) en door zieke planten zo spoedig mogelijk te vernietigen en te verwijderen en vervolgens de apparatuur te reinigen.
Ideaal zou zijn om een aardappelras te ontwikkelen die resistenter zijn en minder water en voedingsstoffen nodig heeft.
OOGSTEN
De consumptieaardappels worden door De Meerhof in de maanden augustus tot oktober gerooid. Aardappels zijn kwetsbaar en krijgen door stoten blauwe plekken waardoor er kwaliteitsverlies ontstaat. De Meerhof voorkomt onvolkomenheden in de teelt- en rooitechniek door onder andere een perfecte rugopbouw, voorkomen van ongelijke rijenafstand, door het optimaal afstellen van de rooimachine bij het inschuren de aardappelen voorzichtig via banden op de hoop te leggen.
BEWARING
Het bewaren van aardappelen is noodzakelijk maar niet zonder risico’s. Aardappelen worden in het donker bewaard omdat ze anders groen worden en hard blijven bij het koken. Bij het inschuren mag de natuurlijke beschermlaag niet beschadigen, deze zorgt er voor dat de aardappel minder snel gaat rotten.
De Meerhof beschikt over voldoende ruimte en ook kennis voor het opslaan. Bij het inschuren worden de aardappels behandeld met een chloorverbinding om uitloop te voorkomen of met een chemisch middel als ze langer worden bewaard. Aardappelen kunnen ook niet tegen de vorst. Onder de 5 graden wordt het zetmeel in de aardappel omgezet in suiker, de aardappel wordt bruin, zoet van smaak en kan niet meer worden gegeten. Aardappelen zijn levende producten en moeten kunnen ademen en worden daarom niet in of onder plastic bewaard.
Bron: Onder andere wageningenur.nl