Winterpenen

ALGEMEEN

Winterpenen zijn grove tot zeer grove wortelen en behoren tot de schermbloemigen zoals knolselderij, peterselie, kervel, knolvenkel, pastinaak, etc. Ze worden in het najaar geoogst en kunnen lang bewaard worden. Onze winterpenen zijn een resultaat van kruisingen. De eerste wortels kwamen uit Iran en werden door de V.O.C. in de 17e eeuw naar Nederland gebracht en gekruist tot dat het de oranjekleur van het Huis van Oranje-Nassau had. De oranje wortel werd pas in de 17e eeuw verspreid over de rest van Europa.

Gele winterpenen zijn zoeter, zorgen voor een hogere opbrengst en worden populairder evenals pastinaak, de Engelese ‘white carrot.

 

KLIMAAT

Winterpenen zijn evenals andere gewassen gevoelig voor weersinvloeden. Droogte heeft de meeste impact tijdens de kiemingsfase en zorgt voor achterblijvende kieming. Lang aanhoudende hitte remt de groei, maar veroorzaakt verder geen schade. Overvloedige waterverzadiging in de bodem veroorzaakt rotting en aanhoudende harde buien slaat de bodem dicht met kleine kans op rotting. Extreme vorst kan zorgen voor scheuren in de winterpeen. 

 

GROND/BEMESTING

Penen hebben een voorkeur voor lichtere en diep bewortelbare gronden met een humeuze bovengrond. Volle klei zorgt voor een lager rendement. De zwaardere gronden rondom De Meerhof zijn vanwege de bodemstructuur, de goede ontwatering en de vochthoudende eigenschappen wel geschikt voor de teelt van winterpenen. 

Als er sprake is van droogte wordt er beregend en wateroverlast wordt zoveel mogelijk tegengegaan door optimalisatie van de waterhuishouding door het zorgen voor een goede oppervlakte afwatering en bodemstructuur, vermijden van verdichtingen in het bodemprofiel en drainage. 

 

De winterpenen worden geteeld volgens een 1 op 6 rotatieschema op gronden met een laag stikstofgehalte en waarop vooraf geen andere schermbloemigen gestaan hebben. De kiemplantjes zijn gevoelig voor meststofconcentraties. Teveel veroorzaakt een sterke loofgroei, waarbij de groei van de wortel achterblijft, de wortel bleker kleurt en minder stevig wordt. Kaliumbemesting 

daarentegen zorgt voor een mooie kleur en een goede, kwalitatieve wortel.

 

DE TEELT

De winterpenen op de De Meerhof worden geteeld op een bouwplan van 1 op 6, meestal na de tarwe of aardappelen. De Flakkeese en Berlikumer winterpenen zijn ‘stompe’ rassen. De Berlikumer is lekkerder, de Flakkeese kan langer worden bewaard. Het vochtgehalte van de grond is voor de groei erg belangrijk. Om die reden wordt er in droge periodes kunstmatig beregend.

 

ZAAIEN

De winterpenen worden in april/mei gezaaid, zoveel mogelijk vóór regenachtig weer. Te vroeg zaaien geeft vaak opschieters…, vroegtijdige bloemstengels en later in de maand mei ontstaat er kans op wortelvlieg. 

Een standaard plantafstand is 30 cm tussen rijen x 6cm. Te dicht op elkaar zaaien vergroot de kans op aantasting door de wortelvlieg, zorgt vaak voor kromgroeien en maakt het lastig schoonmaken tijdens en na de oogst. Het zaad voor de penenteelt op De Meerhof wordt voorgekiemd omdat onkruid anders veel sneller groeit en er te vaak moet worden geschoffeld.

 

ZIEKTES| SCHIMMELS

Winterpenen zijn gevoelig voor verschillende ziektes welke veel schade kunnen aanrichten.

• Wortelvlieg is één van de grootste plagen van de peen. De wortelvlieg overwintert in de grond als pop of als made in de wortel en kan per jaar twee of drie generaties voortbrengen. Ze vliegt het liefst bij warm, vochtig maar droog weer en zet in mei haar eitjes af op de jonge worteltjes. De jonge maden van de wortelvlieg eten de haarwortels, waarbij de schade beperkt blijft, maar vanaf drie à vier weken veroorzaken de maden echter wormstekigheid van de wortelen, waarbij de plant wel grote schade oploopt. De omvang daarvan wordt pas tijdens de oogst zichtbaar.

• Aaltjes in de penen zijn minder aanwezig bij een goed afgewogen rotatieteelt. De winterpenen op De Meerhof lopen om die reden minder gevaar.

• Loofverbruining is een schimmel kan binnen een korte periode het peenloof op het hele perceel aantasten. Na de aantasting wordt wel weer nieuw loof gevormd, maar dat gaat vaak ten koste van de productie.

• Zwarte vlekkenziekte is een schimmelziekte welke in de grond meer dan acht jaar kan overleven. Bij aantasting van de penen vallen kiemplanten weg of de bladeren worden aangetast, die vervolgens vergelen en bruin worden. Op de aangetaste penen komen dan vaak, vooral bij de kop, zwarte, ingezonken plekken voor. De vlekjes kunnen ook ontstaan tijdens of na de bewaring in de koelcel. 

 

ROOIEN

Het rooien van de winterpenen gebeurt meestal in de oktober/november. Het kan in principe tijdens het hele winterseizoen. Rooien onder vochtige omstandigheden vermindert het risico op zwarte vlekken, droog land bij het rooien is ongunstig. Het schuren van de grond kan kleine beschadigingen op de penen veroorzaken, waardoor schimmels meer kans krijgen. Meer grond aan de peen tijdens het rooien geeft een betere beschermlaag, waarvoor soms zelfs extra wordt beregend. Laat zaaien betekent jongere penen in de bewaarcel en dus meer weerstand tegen zwarte vlekken. 

 

BEWARING

De Meerhof beschikt over eigen koelruimtes op eigen erf. Door de geoogste peen zo snel mogelijk te koelen wordt de kans op zwarte vlekkenziekte aanzienlijk verkleind. Optimale bewaarcondities zijn een temperatuur van 1-2 °C, een luchtvochtigheid van 98- 100% en bewaarmogelijkheid onder stikstof. De  voedingsstoffen blijven dan zo goed mogelijk bewaard. 

 

 

Bron: Onder andere wageningenur.nl


DAAR ZIJN WIJ NU MEE BEZIG:

De bloesem wordt gesproeid om schade door nachtvorst tegen te gaan.

 Voorjaar. De voorbereidingen voor het planten en zaaien zijn in volle gang. 

ZO KUNT U ONS BEREIKEN:

V.O.F. De Meerhof

Akkerbouw- en Fruitteeltbedrijf 

 

Rendierweg 38, 8251 PD Dronten

0321 38 00 31

info@demeerhof.nl

 

Greeke Robaard - Naber

06 22 48 65 29

greeke@demeerhof.nl

 

Aard Robaard

06 51 39 24 67

aard@demeerhof.nl


© Copyright: De Meerhof 2020 | Design: WIM design  |  Disclaimer >  |