VERANDERING
De wereld is mooi en moet ook vooral mooi blijven of misschien zelfs nóg mooier worden. Ook onze kinderen en kleinkinderen moeten er van kunnen blijven genieten en daarom moet ook de akkerbouw veranderen naar duurzaam, levensvatbaar en milieuvriendelijk. Op een verantwoorde wijze meer halen uit de bodem, uit het bedrijf en uit de wereld en er voor zorgen dat deze mooi blijft of zelfs nog mooier wordt. De Meerhof is daar al jaren mee bezig.
TOEKOMSTPERSPECTIEF
Om als landbouwer een gezond toekomstperspectief te creëren zijn de zorg voor de bodem en een optimale groei van het grootste belang. Niet alleen veel vragen van de bodem voor een hogere opbrengst maar ook veel terug geven om er langer van te kunnen profiteren. Daarbij speelt de wijze van rotatieteelt een grote rol maar ook innovatief zijn in alle overige facetten zoals het minimaliseren van meststoffen en gebruik maken van reststromen, maar ook het reduceren van energiekosten.
DUURZAAMHEIDSPLAN
Al deze aspecten zijn door De Meerhof vastgelegd in een duurzaamheidsplan welke aan het begin van elk teeltseizoen wordt vastgelegd, gebaseerd op de eigen kennis van het bedrijf en van de grond. Het basisplan is ontwikkelt vanuit de Stichting Veldleeuwerik, een organisatie van akkerbouwers en afnemers die samen ketenbreed meerwaarde willen creëren voor hun duurzame producten. Vanuit de teler vanaf het boerenerf en met afnemers zonder opgelegde normen. Daardoor ontstaat een betere kwaliteit en dus een hogere prijs.
Tijdens bijeenkomsten worden kennis en ervaringen uitgewisseld en uitgevoerde maatregelen vastgelegd in een duurzaamheidsprofiel.
Het duurzaamheidsplan bestaat uit de volgende elementen:
VISIE
Toekomstvisie komende 5 à 10 jaar. Vaststellen groei, specialisatie, extensivering, soorten gewassen en andere belangrijke duurzaamheidsfactoren. Voorrang bepalen.
BOUWPLAN
In het bouwplan/gewasverdeling wordt de bodemkwaliteit vastgelegd en welke gewassen na elkaar geplant worden.
EVALUATIE
Evaluatie van actiepunten vorige duurzaamheidsplan. Wat kan anders en wat ging goed? Hoe implemen-teer ik dat in het volgende duurzaamheidsplan?
WAARDERING
De waardering en volgorde van de verschillende duurzaamheidsindicatoren vastleggen, ook verbeterpunten en maatregelen.
ACTIES
Opstellen acties voor het nieuwe duurzaamheidsplan, inclusief motivatie. Bij welke duurzaamheids-indicator welke actie? Ideeën voor toekomstige actiepunten.
INDICATOREN DUURZAAMHEIDSPLAN
PRODUCTWAARDE
Betreft de economische duurzaamheid van het bedrijf; een goede opbrengst met optimale inzet van productiemiddelen.
BODEMVRUCHTBAARHEID
Een gezonde bodem zorgt voor gezonde en productieve gewassen en een bodem met een goede structuur vraagt minder energie bij het ploegen.
BODEMVERLIES
Het voorkomen van erosie door wind en/of water door het bovenin houden van organische stof en de grond zo lang mogelijk bedekt houden met gewassen of andere middelen.
VOEDINGSSTOFFEN
Een goed bemestingsplan waarbij hoeveelheid en verhouding stikstof (N), fosfaat (P), en kali (K) worden vastgesteld waarbij reststoffen (vaak zonder fosfaat en kali) een belangrijke rol spelen.
GEWASBESCHERMING
Om tot goede opbrengsten te komen maar ook het milieu te sparen moet de inzet van gewas-beschermingsmiddelen, spuittechniek en toepassingstijdstippen nauwkeurig worden bepaald.
WATER
Deze indicator betreft waterkwaliteit voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, de kwaliteit van het oppervlaktewater en de kwaliteit en kwantiteit van het water voor beregening
ENERGIE
Energie is een belangrijke factor. Betere bewerkbaarheid van de grond leidt tot (brandstof)-besparingen evenals alternatieve energiebronnen, zoals bijvoorbeeld zonnepanelen en windmolens.
BIODIVERSITEIT
Duurzamere vormen van akkerbouw gaan samen met een toenemende boven- en ondergrondse bio-diversiteit. Door een juist evenwicht worden eenzijdige populaties te voorkomen.
MENSELIJK KAPITAAL
Waar haalt de ondernemer zijn energie vandaan en waar steekt hij het in; relaties, netwerken, kennis- en inspiratiebronnen, gezin, buren, vrienden, collega’s, de maatschappij, etc.
LOKALE ECONOMIE
Het belang van het bedrijf voor de eigen economie en die van de regio. (Economische) relatie met andere bedrijven, met collega’s in samenwerkingsverbanden, afnemers en adviseurs.